Bij loket 19 is altijd hulp!

Wie een echte indruk van de Stichting Solidair wil krijgen moet beginnen met een omschrijving van de locatie en de hier werkzame personen. Gelegen in hartje Escamp, in een gewoon woonblok, kun je het pand van de stichting niet missen. Een grote Nederlandse vlag hangt aan de deur, er staat een bakfiets en een kleine fietsenstalling en de ramen zijn beplakt met aankondigingen en informatie. De deur staat open. En dat kenmerkt de stichting. In een klein kantoortje wordt op een oude PC de administratie gevoerd. Verderop de ‘huiskamer’, opgesierd met grote posters, planten en op elkaar gestapelde kastjes met een TV daarop. Een klein beetje schots en scheef, maar hier hoeft niemand zich ongemakkelijk te voelen. Achterin de kamer staan de voedselpakketten: plastic boodschappenkratten met daarin twee struikjes witlof, een zakje met een aantal boterhammen, een pak hagelslag, een aantal appels en een sinaasappel. Afgemeten porties en zeker niet genoeg voor een gezin. Maar voor deze mensen telt ieder beetje.
Herschel van de Padt staat ons te woord. We maken er een open gesprek van. Hij vertelt over de organisatie. De stichting bestaat inmiddels twaalf jaar. Het is een stichting met een voorzitter, een bestuur en ruim 20 vrijwilligers. Het grootste deel van de inkomsten is afkomstig uit schenkingen, de uitgaven bestaan uit de aanschaf van voeding voor in de pakketten, de huur van het pand en de daarbij behorende vaste lasten. De stichting is een erkend leerbedrijf. Dagelijks lopen er 4 stagiaires rond, waarvan 2 van het ROC en 2 van de Haagsche Hoge School, leerlingen van de opleiding maatschappelijk werk. De vrijwilligers helpen bij het samenstellen en de verstrekking van de voedselpakketten, voeren gesprekken met de cliënten en verzorgen activiteiten, zoals het geven van lessen Nederlands. Het aantal gezinnen dat is aangewezen op de hulp van de Stichting Solidair bedraagt 80-90. Gezinnen die meestal ook in het hulpverleningscircuit van de gemeente zitten, maar hier niet voldoende mee zijn geholpen en die noodhulp of overbruggingshulp nodig hebben.

Terwijl we nog half in het introductierondje zitten, stapt een lange slanke man de kamer binnen. Het is Dennis*, één van de cliënten. Hij is halverwege de 30, heeft 3 kinderen, waarvan één zuigeling en zijn vrouw heeft een baan. Dennis niet. Hij heeft een aanvraag lopen bij de sociale dienst voor een aanvullende uitkering op hun inkomen, maar heeft hier volgens de sociale dienst geen recht op. Met het bruto inkomen van rond de 1200 euro kan het gezin niet rondkomen en bevinden ze zich onder de minimum bestaansgrens. Een nieuwe aanvraag loopt nog bij de sociale dienst. Zolang er nog geen zekerheid is over een nieuwe beslissing, mag Dennis een beroep doen op de noodhulp van Stichting Solidair. We praten verder met Dennis over zijn voorgeschiedenis en zijn thuissituatie. Hij was heftruckchauffeur. Een goede baan, maar altijd tijdelijke contracten. Op een kwade dag werd zijn contract niet verlengd en kwam er ook geen nieuw contract voor in de plaats. Er was plotsklaps geen werk meer voor hem. Hij raakte zijn vriendin kwijt en ging het verkeerde pad op. Ook een verslavingsverleden maakt deel uit van het verhaal. Iets wat hij op eigen kracht heeft overwonnen. De herstart in de relatie en de baby die daaruit voortkwam ziet hij als beloning voor de inspanning die hij heeft moeten leveren om de verslaving te overwinnen en weer op het rechte pad te komen. Vervolgens praten we met Dennis over zijn huidige situatie. Zijn vrouw werkt en hij verzorgt thuis de baby. De baby maakt het lastig. Lastig om te solliciteren,want er moet een crèche worden gevonden waar de baby naartoe kan als Dennis werkt. En dat kost ook geld. Eén van zijn zoontjes is een talentvolle voetballer. Voor de contributie maakt Dennis gebruik van de Ooievaarspas, de pas die tevens wordt gebruikt om af en toe naar ADO te gaan. Ook van andere voorzieningen maakt Dennis gebruik, zoals een voorziening om zijn andere zoontje een beugel te geven. Het verhaal van Dennis is openhartig en het raakt je. Het lijkt op iets wat iedereen kan overkomen, maar het plastic kratje dat op Dennis staat te wachten, vormt wel de harde scheidslijn tussen degenen die dit wel en niet overkomt.

Terwijl Dennis rustig blijft meeluisteren, gaan we weer terug naar het gesprek met Herschel. Hoe komen cliënten bij deze stichting terecht, hoe vindt de financiering plaats en hoe is de samenwerking met het reguliere hulpcircuit? De Stichting Solidair is in Den Haag de enige in zijn soort. Cliënten met een dreigend inkomensprobleem komen eerst bij de gebruikelijke loketten terecht. Meestal gaat het in eerste instantie om een WW-uitkering bij het kwijtraken van de baan. De lokethulp bestaat uit de registratie, beoordeling van de situatie, het aanvragen en het monitoren van de uitvoering van een regeling. Wie langer in een ondersteunende regeling zit of meervoudige problematiek heeft (bijvoorbeeld schulden of een arbeidshandicap) heeft meer informatie en advies nodig en komt ook met andere regelingen en dus andere loketten in aanraking. Het grootste deel van de cliënten kan rondkomen met de beschikbare voorzieningen en kan eventueel ook een wachttijd voor de uitkering overbruggen. Uitgangspunt vormt dat de cliënt gebruik maakt van zo veel mogelijk beschikbare en aanvullende voorzieningen. De gemeente voert een actief beleid om cliënten hierop te wijzen. Wanneer blijkt dat de cliënt ondanks alle voorzieningen toch niet, of in een bepaalde periode niet rond kan komen dan wordt de cliënt door de medewerker van een loket vaak doorverwezen naar de Stichting Solidair. Ook komen cliënten via huisartsen, via welzijnswerkers of via mond-op-mond reclame bij de stichting terecht. De aanmelding gaat gepaard met een indicatie en wordt getoetst aan de criteria van de Stichting Voedselbanken Nederland. De cliënt moet hierbij inzage geven in bankafschriften, salarisstroken en alle inkomensregelingen waar hij of zij gebruik van maakt. Iedere aanmelding wordt opgestuurd naar de Stichting Voedselbanken Nederland, en de cliënten worden geregistreerd ten behoeve van eventuele verantwoordingsvragen. Particuliere hulp dus, maar wel gebonden aan een aantal spelregels. Zelf ziet Herschel de hulp van Stichting Solidair als een aanvulling op de reguliere hulpverlening. "Zie het zo, er zijn 18 loketten waar de cliënt zich kan melden voor regelingen. Voor al die loketten gelden voorwaarden, maar soms raakt de cliënt verstrikt in de voorwaarden of voldoen de regelingen eenvoudigweg niet om tot de minimum bestaansnorm te komen. Dan kan de cliënt terecht bij loket 19 om op adem en letterlijk op kracht te komen." Het prettige is dat je als particuliere stichting niet bent gebonden aan prestatienormen of aan een loketcultuur. Er is een luisterend oor en de cliënt mag zo lang in de woonkamer vertoeven als gewenst. Het is echt een moment van uitblazen en tot rust komen. Met behulp van de vrijwilligers pakken de cliënten de draad langzaamaan weer op. De financiering regelt de Stichting hoofdzakelijk zelf. Er zijn een aantal gulle sponsoren op wie de stichting kan rekenen. De stichting ontvangt zowel giften als goederen om te verstrekken aan personen die hier baat bij hebben.
Zo zijn er vaste leveranciers voor producten, waaronder ook verswaren uit het Westland en wordt er regelmatig een kledinggift gedaan. Ook studieartikelen en ICT-middelen behoren tot het arsenaal aan goederen dat door de Stichting wordt doorgesluisd aan personen die hier baat bij hebben. Wie een gift doet, kan rekenen op een vermelding op de website. Van de gemeente ontving de stichting een jaarlijkse donatie. Helaas is deze donatie met ingang van januari 2009 ingetrokken. Of er een vervangende regeling is, heeft Herschel nog niet uitgezocht. Tot slot spreken we over de reguliere hulpverlening. Herschel wil hier geen kwaad over spreken. De medewerkers aan de loketten doen hun dagelijkse werk en krijgen veel ellende te zien. Maar Dennis laat doorschemeren dat het geen pretje is om de gang naar het loket te moeten maken. Hij voelt zich vaak slecht begrepen en de dienstverlening wordt met weinig gevoel voor de situatie uitgevoerd. Hardop vragen we ons af hoe de dienstverlenende instanties omgaan met de emoties van de loketmedewerkers en hoe zij de werklast zelf ervaren. Wie wil beginnen met adequate dienstverlening moet beginnen met de loketmedewerkers. Ten aanzien van de sociale loketten betwijfelen wij of de medewerkers voldoende worden toegerust om zich enerzijds te wapenen tegen de dagelijkse portie ellende en anderzijds naar de cliënt toe professioneel en dienstverlenend te zijn. Een aandachtspunt voor een volgend gesprek en misschien ook wel voor onze raadsleden.
We komen tot een afronding van het gesprek. Wil Vonk schrijft nog even het telefoonnummer op van Dennis om samen met hem nog eens naar zijn financiële situatie te kijken. Eventueel zal ze de volgende keer met hem meegaan naar het loket. Tomas heeft nog een afsluitende boodschap voor Herschel: na afloop van het debat dat het CDA voerde over armoedebeleid hebben de leden geld ingezameld voor de stichting en dit geld zal – met een verdubbeling van het bestuur – worden overgemaakt aan de stichting. Herschel dankt ons voor het bezoek. Hij is blij dat hij op aandacht van het CDA mag rekenen. Een goede partij wat Herschel betreft, maar wel oog blijven houden voor de sociale agenda! Ook wij danken Herschel, een charismatische man, die op basis van enthousiasme de vele vrijwilligers aan zich weet te binden. Achter ons verlaat Dennis de woonkamer. Degene die ons dicht bij het thema bracht. De inhoud van het voedselpakket is overgeheveld in een plastic zak.

Enkele feiten
De zoekterm 'voedselbank' levert op het RIS 13 hits op voor de periode 2004 – 2009.

Op 30 oktober 2008 werd een gezamenlijke motie ingediend door 7 partijen (waaronder het CDA) betreffende een eenmalige eindejaarsuitkering voor minima en het terugbrengen van de termijn waarna de langdurigheidstoeslag mag worden verstrekt van 5 jaar naar 3 jaar.

In haar programma 2009 – 2012 neemt de gemeente Den Haag als ambitie op het bijstandsvolume meerjarig te verminderen van 8,0 naar 7,6% als percentage van de huishoudens in Den Haag. Volgens het programma zal de gemeente hiermee een hogere terugdringing bewerkstelligen dan de overige grote vier steden en de afspraak met het Rijk.

Uit het meerjarenprogramma
Het Haagse welzijnswerk in de wijk is in 2007 tegen het licht gehouden om te bepalen of wij met de huidige welzijnsinfrastructuur onze doelen kunnen bereiken. Uit het onderzoek blijkt dat de huidige welzijnsinfrastructuur voldoende mogelijkheden biedt, maar dat het welzijnswerk scherper aangestuurd moet worden.
In 2008 zijn voorbereidingen getroffen voor deze aanscherping. In 2009 wordt aan de hand van wijkprofielen, -analyses en -programma’s gewerkt aan meer wijkgerichtheid van het welzijnswerk. Voorts wordt met behoud van de sturing op financieel gezonde instellingen een op resultaat gerichte subsidievorm voor de subsidiëring van de welzijnsinstellingen geïntroduceerd.

Den Haag Op Maat
Vanaf 2009 worden de individuele voorzieningen geleverd via drie Den Haag op Maat loketten. Met Den Haag Op Maat (DHOM) worden sociale problemen eerder gesignaleerd en opgepakt. Een burger met verschillende problemen wordt aan één loket integraal geholpen door samenwerking tussen de verschillende specialismen. Hierbij worden bij complexe vragen, bijvoorbeeld een combinatie van schuldsanering, taalachterstand, inburgering en participatieoplossingen op maat geboden.

(Algemeen ) Maatschappelijk werk
De gemeente subsidieert bij de decentrale welzijnsorganisaties het maatschappelijk werk. Maatschappelijk werk is voor alle Haagse inwoners met materiële en immateriële problemen en het bevorderen van welzijn en zelfredzaamheid van deze cliënten. Voor specifieke doelgroepen worden enkele categoriale instellingen voor hulpverlening gesubsidieerd.